”s-Gravenhage als vogelstad’ noemde W. Tolsma zijn boek over het Haagse vogelleven aan het begin van de jaren dertig. Een terechte benaming voor de hofstad in die tijd. Maar, vraag ik mij af: blijft ’s-Gravenhage die vogelstad van weleer? Wanneer ik wandel door de parken en duinen, ervaar ik dat de stad nog immer met een uitgebreid vogelleven begenadigd is. Tegelijkertijd besef ik dat activiteiten van de mens in de stad het leven van de vogels meer en meer onder druk zetten.