Op 12 december 1927 gaf het gemeentebestuur van Den Haag toestemming tot de inrichting van de eerste Haagse vogeltuin in de Bosjes van Poot. Over de geschiedenis van deze tuin, die als modeltuin fungeert voor vele andere navolgers, wordt uitvoerig bericht in het eerste gedeelte van deze publikatie. Dit geldt ook voor een aantal wetenswaardigheden en bijzondere gebeurtenissen. Het unieke van dit terrein, gelegen in de rand van het bos, was, dat de vorige bestemming als kwekerij inhield, dat er reeds een goede beschermende meidoornhaag met wat gaas was en dat om de 7½ meter heggen van Meidoorns als windschot waren geplant. De tuin was dus niet alleen goed gesitueerd (struikgewas aan de bosrand) maar tevens voorzien van de voor nestelen meest geschikte heesters.