Wie voor de eerste keer in Zuid-Spanje de deltamoerassen van de Guadalquivir wil bezoeken, komt bedrogen uit. Vooraf schrijven aan het ’Estación Biologica’ in Sevilla, zoals in elke gids over het gebied wordt aanbevolen, levert vrijwel zeker geen antwoord op. Het begeerde verblijf in het reservaat, waar het Palacio de Doñana gasten kan herbergen, is onbereikbaar. Men komt er alleen in via goede relaties èn een goed omschreven doel voor een wetenschappelijk onderzoek. Wel is ter plaatse een rondrit te reserveren met een Landrover of een terreinbus (maximaal 56 personen per keer!). De meeste vogelaars zullen dit lot liever niet willen delen met gewone toeristen, die gauwer tevreden zijn. De rit is overigens wat de afstand betreft, wel z’n geld waard: Men gaat 30 km over het strand en rijdt totaal 80 km! Gelukkig blijken er ook andere mogelijkheden te zijn om buiten het park vrijwel alle vogelsoorten te zien te krijgen die er voorkomen.