In het zuidoosten van Frankrijk vinden wij een zeer boeiende en fascinerende landstreek, namelijk de Cevennen. Het centrum van de Cevennen, bij benadering ten westen van Nimes en ten oosten van Millau gelegen, is daarom niet ten onrechte door de Franse regering tot Pare National verheven. Deze nominatie betekent ruwweg dat er geen ingrijpende veranderingen aan het landschap mogen worden aangebracht en dat de huidige landschappelijke, culturele en historische waarden in stand moeten worden gehouden. Ten westen van dit nationale park vinden wij een merkwaardige hoogvlakte met spaarzame begroeiing en doorsneden door diepe, bijna ’canyon’-achtige dalen, die hier ’gorges’ worden genoemd, De bekendste van deze gorges is ongetwijfeld de Gorges du Tarn. De steile wanden van deze gorges bereiken soms wel hoogten van honderden meters. Aangezien deze hoogvlakte door een aantal van deze gorges wordt doorsneden, ontstaan aparte stukjes hoogvlakte die ’Causses’ worden genoemd. Enkele van de bekendste causses zijn onder andere de Causse Noire, de Causse du Larzac en de Causse Mejean. Deze steile rotswanden bieden aan Vale Gieren een uitstekende plaats voor het maken van nesten. Daarnaast geven de steile rotswanden voldoende verticale luchtstromingen voor een goede start naar grotere hoogten.