Het aantal broedparen van de Purperreiger in Nederland is voor de jaren 1986 en 1987 geschat op ongeveer 290 broedparen. Gegevens over de overwinteringsgebieden doen vrezen dat het aantal paren in 1988 nog kleiner zal zijn. Purperreigeronderzoek in tropisch West-Afrika, dat een aantal jaren geleden niet door is gegaan, wordt sterk aanbevolen. In het Vechtplassengebied hebben in 1986 en in 1987 Purperreigers op vier plaatsen gebroed met in totaal waarschijnlijk 15 è 20 paren, dit is slechts 6% van het landelijke totaal. Het ziet er naar uit dat de nieuwe kolonie in de Loenderveensche Plassen de belangrijkste in dit gebied aan het worden is. Het Naardermeer herbergde in 1987 14% van de Nederlandse purperreigerpopulatie, tegen 18% het jaar ervoor. Het beheer van de kolonie in de Zouweboezem bij Ameide blijft helaas de nodige aandacht vragen. Ook in de winter 1986/1987 zijn nestbomen van de Purperreiger gekapt. In Noordwest-Overijssel heeft weer ongeveer 20% van de Nederlandse Purperreigers gebroed, wel traden er verschuivingen op. De Weerribben had een slechte, de oeverlanden van het Zwarte Meer een goede bezetting. Als gevolg van de zachte winter zijn over De Wieden geen gegevens bekend. In De Weerribben, in De Wieden en ook in het Zwarte Meer beïnvloedt het handelen van de mens in sterke mate het al of niet voorkomen van de Purperreiger. Bij Leerdam ging het aantal nesten vooruit èn omhoog. Veel nesten lagen in Zwarte Elzen op een hoogte van vier à vijf meter. In Zuid-Holland ging het de Purperreiger in het algemeen goed. Ook in 1987 kwam ruim 50% van de Nederlandse populatie in deze provincie tot broeden. De belangrijkste kolonie is die van het Nieuwkoopse plassengebied.