Op 3 juni 1987 loopt mosselvisser B.D, Schot uit Zierikzee op het eiland Neeltje Jans in de Oosterscheldemonding. In de nabijheid van het zanddepot op het noordelijke deel van het eiland stuit hij op een hoop afvalrijshout. Half weggedoken onder deze hoop ziet hij een broedende vrouwtjeseend. De mosselvisser kan de eend zeer kort benaderen en stelt vast dat het een Eidereend is. Deze soort kent hij goed van de Waddenzee waar hij jaarlijks mosselzaad vist. Pas op het allerlaatste moment vliegt de wijfjeseend op van een nest met daarin zeven grote vaalgroene eieren. De heer Schot neemt een van de eieren mee en blaast deze thuis uit en bewaart ze.