De Huiszwaluw is als broedvogel flink in aantal afgenomen. Op het eind van de jaren zestig broedden er in Nederland nog 71.000-103.000 paren. In 1973-1977 werd het aantal geschat op circa 77.000 paren. In 1983-1985 waren er vermoedelijk nog maar 25.000-50.000 broedparen. Plaatselijke nesttellingen na 1986 bevestigen dat deze dalende trend zich voortzet. Voor de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels is dit aanleiding geweest om de Huiszwaluw in 1989 aan de lijst van bedreigde vogelsoorten toe te voegen. Over de oorzaken van de achteruitgang kan slechts worden gegist. Waarschijnlijk heeft het te maken met een afname van het voedselaanbod (insekten), waarbij bestrijdingsmiddelen en luchtverontreiniging vermoedelijk een belangrijke rol spelen. Mogelijk is ook de renovatie van oude woningen en de toegenomen ongeschiktheid van nieuwbouwhuizen als nestplaats debet aan de achteruitgang.