Het aantal broedparen van de Purperreiger is voor 1988 geschat op ongeveer 270, een dieptepunt, De Nederlandse populatie is zeker dertig jaren niet zo klein geweest. De teruggang heeft zich echter niet overal voorgedaan. In Friesland is het aantal broedparen ten opzichte van 1987 ongeveer gelijk gebleven. In Noordwest-Overijssel gaat het de Purperreiger in De Weerribben en waarschijnlijk ook in De Wieden slecht. Het aantal nesten in de oeverland van het Zwarte Meer was ongeveer gelijk aan dat van 1987. Wie had ooit kunnen denken dat in het Zwarte Meer ongeveer evenveel Purperreigers zouden broeden als in De Weerribben en De Wieden samen? In het Vechtplassengebied is de belangrijkste kolonie die van de Loenderveensche Plassen. Op grond van vliegtuigtellingen is het aantal paren op ongeveer dertien geschat. Helaas wordt deze kolonie bedreigd door de Vos. Het Naardermeer herbergde in de periode 1986 tot en met 1988 achtereenvolgens 18%, 14% en 11% van de Nederlandse purperreigerpopulatie. De soort gaat hier sterker achteruit dan landelijk gezien te verwachten was. Het valt te vrezen dat de Vos hiervan de oorzaak is. In Zuid-Holland bleef het aantal nesten ongeveer gelijk: 158 nesten in 1987 en 157 nesten in 1988. Hiermee kwam in 1988 55 à 60% van de Nederlandse broedpopulatie in deze provincie voor. In het Nieuwkoopse plassengebied kwamen voor het eerst sinds 1965 alle Purperreigers weer tol broeden in De Pot. In de Zouweboezem bij Ameide was het aantal nesten opmerkelijk hoger dan in 1987. Het beheer kan nu overduidelijk weten dat overjarig waterbel in dit gebied voor de Purperreiger onmisbaar is. Bij Leerdam lagen de nesten nog hoger dan vorig jaar. Waarschijnlijk is de Purperreiger hier hoger gaan nestelen vanwege de aanwezigheid van Vossen op de grond.