Sinds 25 juli 1985 staat de Nachtzwaluw op bijlage I van de EG-Vogelrichtlijn (79/409/EEG) (Commissie van de Europese Gemeenschappen 1985). Het voorkomen op deze lijst houdt in dat de EGlidstaten verplicht zijn ’zodanige speciale beschermingsmaatregelen te treffen opdat Nachtzwaluwen daar waar zij nu voorkomen, kunnen voortbestaan en zich kunnen voortplanten’. Inmiddels is de Nachtzwaluw eveneens opgenomen op de nationale lijst van met uitroeiing bedreigde of speciaal gevaarlopende vogelsoorten (Braks 1985). De doelstelling van de publikatie van deze lijst is het bevorderen van onderzoek en werkzaamheden die moeten leiden tot betere bescherming en beheer van zeldzamer wordende vogelsoorten. Hoewel de werkelijke oorzaak van de achteruitgang van de nachtzwaluwpopulatie discutabel is moet toch worden geprobeerd om in de bestaande broedgebieden zodanige condities te scheppen dat de jongen op den duur potentiële gebieden kunnen herkoloniseren. Actief beheer kan, tegen de internationale tendens in, leiden tot het behoud van een optimale populatie. In dit artikel worden aan de hand van veldervaringen en geraadpleegde litteratuur overwegingen gegeven en voorstellen gedaan die bij kunnen dragen tot het behoud van de Nachtzwaluw als broedvogel in de lage landen. Niet iedere terreinsituatie is hetzelfde. De bijeengebrachte informatie vormt een ’pool van suggesties’ waar veldwerkers en plannenmakers gebruik van kunnen maken zonder onbedoelde tegenovergestelde effecten te bereiken. Andere vogelsoorten kunnen eveneens profiteren van op Nachtzwaluwen gerichte activiteiten.