Het leven van de Gekraagde Roodstaart (Phoenicurus phoenicurus) heeft van oudsher de belangstelling van de mensen. Buxton (1950) heeft in zijn boek The Redstart een afbeelding uit het jaar 1555 van Pierre Belon du Mans opgenomen. Volgens Buxton betreft het de oudst bekende afbeelding van deze vogelsoort. Een ander voorbeeld van de grote bekendheid zijn de vele volksnamen. Het los houden in woonkamers van Gekraagde Roodstaarten werd zelfs aanbevolen om er de vliegen (Diptera spec.) weg te vangen (Schlegel 1854-1858). Bijenhouders waren dikwijls, ten onrechte, vooringenomen tegen de Gekraagde Roodstaart (Buekers 1922). Wanneer wij de litteratuuropgaven van Buxton (1950) en die van Menzeis Der Gartenrotschwanz (1971) bekijken dan is een goede indruk te krijgen van de veelvormigheid van onderzoek dat aan Gekraagde Roodstaarten is verricht. Uit Nederland is het onderzoek van Ruiter (1941) het vermelden waard. Na 1971 is nog meer onderzoek gepubliceerd dat zeker ook de moeite waard is. Er zijn echter sinds de jaren zeventig ook zeer tendentieuze publikaties verschenen met betrekking tot Gekraagde Roodstaarten en de waargenomen populatiedaling. Het merkwaardige is dat juist aan de laatste groep artikelen in talrijke naslagwerken wordt gerefereerd. Deze constatering is voor ons aanleiding geweest tot het schrijven van deze bijdrage.