Jaargang 1989 van Het Vogeljaar werd waardig afgesloten met een themanummer over de Nachtzwaluw. In dit nummer is een bijzonder interessant artikel opgenomen, getiteld ’De nachtzwaluw of geitenmelker. Een nieuwe kijk op een oeroud verhaal’, waarin de auteur Willem K. Kraak aandacht schenkt aan de volksverhalen die sinds eeuwen over deze geheimzinnige vogel in omloop zijn. Hij gaat daarbij in op de etymologie van de volksnaam ’geitenmelker’, die via het Latijnse caprimulgus teruggevoerd wordt op het Griekse ’aigothèlas’ en op een mogelijk vóór-Griekse oorsprong. Bij het bespreken van deze verhalen, staat Kraak terecht stil bij enkele 16de-eeuwse ornithologen, in het bijzonder bij de Engelsman William Turner, de Zwitser Conrad Gessner en, zij het terloops, bij de Italiaan Ulisse Aldrovandi. Helaas worden deze ornithologen door Kraak niet altijd op hun juiste waarde geschat. Vooral Gessner moet het ontgelden, en dit mijns inziens ten onrechte. Naar aanleiding van Gessner’s verhaal over het voorkomen van caprimulgus op het eiland Kreta: ’Dieser Vogel fliegt auch in der Insel Creta umbher in den Städlen/und schreyet gar scheusslich (...) und nistet in den hohen Türmen und Kirchen: in Creta aber in den Felsen die am Meer liegen’ (Gessner geciteerd door Kraak, bladzijde 318), spreekt Kraak snerend van: ’oncontroleerbare pseudogeleerdheid zonder bewijsstukken en met alleen maar vage aanduidingen’ (bladzijden 317-318). Een dergelijk vernietigend oordeel wekt bevreemding, aangezien Gessner toch bekend staat als een (zeker voor zijn tijd) voorbeeldig wetenschapper, die gewoon is zijn bronnen te vermelden. De oplossing van dit raadsel is niet ver te zoeken: Kraak gaat namelijk uit van de verkeerde tekst. Hij baseert zijn oordeel niet op Gessner’s in het Latijn geschreven De avibus (’Over vogels’) (1555), maar op het in het Duits gestelde Vogelbuch (1557, vermeerderde herdrukken tot 1669). Dit werk is niet door Gessner zelf geschreven (Gessner wordt, zoals blijkt uit de citaten van Kraak, niet in de eerste persoon maar in de derde persoon genoemd). Het Vogelbuch is een sterk beknotte, vaak slechte vertaling van het oorspronkelijke De avibus, waaruit de meeste bronvermeldingen zijn weggelaten. Deze vertaling is van de hand van een zekere Rudolff Heüsslin, zoals wij op de titelpagina van de 1557-editie kunnen lezen; ’Vogelbuch (...) Erstlich durch Doctor Conradt Gessner in Latin beschriben: neüwlich aber durch Rudolff Heüsslin mit fleyss in das Teutsch gebracht/und in eine kurze Ordnung gestelt’. Het beoogde lezerspubliek van beide versies is verschillend: terwijl De avibus geschreven is voor de geleerden van die tijd, richt het Vogelbuch zich tot een breed publiek dat meer geïnteresseerd is in sterke verhalen dan in wetenschappelijke beschrijvingen (voor een juist oordeel over het Vogelbuch, zie onder andere het proefschrift van Gmelig-Nijboer, bladzijde 11).