In 1989 werden 72 vogelsoorten als broedvogel in het Haaksbergerveen vastgesteld. Van de twee zeldzame soorten werd het Porseleinhoen mogelijk broedend aangetroffen en de Grauwe Klauwier met zekerheid. Als schaarse broedvogel werden vastgesteld Dodaars, Wintertaling, Zomertaling, Slobeend, Wespendief, Boomvalk, Kwartel, Waterral, Watersnip, Houtsnip, Wulp, Witgesterde Blauwborst, Sprinkhaanrietzanger, Fluiter, Wielewaal en Geelgors. Analoog aan het vorige rapport van P. van den Akker (1989) kan worden gesteld dat in het Haaksbergerveen een diverse broedvogelgemeenschap aanwezig is met verschillende kritische soorten. Zomertaling en Kokmeeuw blijken te zijn toegenomen. Volgens Opdam (1984) behoort het Haaksbergerveen gerekend te worden onder de ’rijke heidevogelgemeenschap met soorten van moerasstruwelen’. In 1990 is de inventarisatie voortgezet en het te inventariseren gebied zal een aaneengesloten ’hoogveengebied’ van bijna 500 ha beslaan.