In het voorjaar van 1989 richtte een aantal leden van de natuurgroep Kockengen de ’Stichting De Roerdomp’ op. De stichting heeft tot doel ’het behouden en het herstellen van oorspronkelijke, voor het Utrechts-Hollandse veenweidegebied kenmerkende levensgemeenschappen en ecosystemen. De stichting tracht haar doel te verwezenlijken door het verwerven en het beheren van bij haarzelf of bij anderen in eigendom zijnde graslanden, wateren, kleinere natuurgebieden of landschapselementen in het Utrechts-Hollandse veenweidegebied’. De mensen die de stichting in het leven riepen, hebben allemaal een ruime ervaring met het vrijwillig landschapsbeheer in de omgeving van Kockengen. Op vele najaars- en winterdagen had men Wilgen geknot, Riet gemaaid, sloten uitgetrokken en ander onderhoudswerk verricht aan kleine landschapselementen. Dat werk gebeurde telkens in overleg en samenwerking met de eigenaren van de terreinen, meestal boeren. Vanuit die ervaring had een aantal mensen behoefte om zelf het eigendom of de pacht te verwerven over terreinen, omdat dat toch de meeste garanties biedt voor het behoud van de natuurwaarden. Tegelijkertijd doemde in Kockengen een andere stichting op, die onder het mom van natuurbehoud het eigendom verwierf over een stuk van het zuidelijke rietland van Kockengen. Omdat het hier in feite ging om een jagersorganisatie wilden de oprichters voorkomen dat er nog meer terreinen in hun handen zouden vallen. Door zelf de grondmarkt op te gaan, hoopte men erger te voorkomen. De stichtingsvorm werd gekozen, omdat die het mogelijk maakt om snel beslissingen te nemen, wanneer dat nodig is, zodat alert kan worden gereageerd op mogelijkheden op de grondmarkt.