Met een forsche ruk zwaait de boer van Hoeve ’Jacoba’ zijn volle melkbussen op de ’melkauto’. Behalve het geritsel en gewirrel van neervallende bladeren is dit het eenige getuid, dat wij op deze stille Septembermorgen hooren. De zomer is voorbij: wij weten het maar al Ie goed! De enkele mooie zomersche dagen ontlokten ons nog wel zomersche ideeën, doch het vallen der bladeren en het veranderen van het polderlandschap ontnuchtert ons deze morgen terstond. Dit zijn nog niet de enige bewijzen. Een groote vlucht Kieviten trekt, over, zwenkt om en verspreidt zich. Hals over kop dwarrelvliegen ze ieder een kant heen, geweldig wat een vliegprestaties! Hel zal nog wel even duren eer de mensch met zijn techniek deze halsbrekende toeren ook maar gedeeltelijk kan evenaren. Wij zijn op weg naar de bij natuurliefhebbers bekende pleisterplaats voor trekvogels ’De Rothoek’. Behalve de Kieviten en een enkele Blauwe Reiger op één poot – wat steekt zoo’n reiger nu armoedig in z’n veren; alle pracht en glans is verdwenen! – zijn er niet veel vogels op het land. De heerlijke druktemakers: Tureluurs, Grutto’s en Scholeksters missen we. Mooi weer of slecht weer, de vogeltrek gaat door. Geen landkaart, geen kalender, geen technische vernuftigheid! Onweerstaanbaar, onbedwingbaar, ongelooflijk die vogeltrek!