Rond Antarctica ligt een cirkel van afgelegen eilanden. De meeste eilanden om dit continent zijn klein, zij liggen ver van elkaar, ver van continentale landmassa’s en zij zijn omspoeld door koude zeeën. De Subantarctische eilanden vallen buiten de werkingssfeer van het Antarctisch Verdrag, maar zij vallen door de sterke invloed van de Zuidelijke Ijszee op hun ecosystemen wel binnen de invloedssfeer van het Zuidpoolcontinent, zowel qua klimaat als qua levende natuur. Deze Subantarctische eilanden liggen direct boven de oceanografische/biologische grens van de zogenaamde Antarctische Convergentie. Er liggen rond de Zuidpool tweeëntwintig van deze eilanden en eilandengroepen met in het totaal zo’n 800 individuele eilandjes. Vijf van deze eilandengroepen behoren bij Nieuw-Zeeland: de archipels van de Snaren, de Aucklands, de Campbells, de Antipoden en de Bounty’s. Het zijn eenzame buitenposten in de oceaan, zelden betreden door mensen. Afgelegen eilanden spreken altijd tot onze verbeelding. Het contrast met Nederland, onze overbevolking, het lawaai en de jachtigheid is vaak overweldigend. In ons land hebben in het Noordatlantische gebied de (Sub)Arctische eilanden grote bekendheid. Ook de Subantarctische eilanden in het Zuidatlantische gebied hebben al een zekere faam opgebouwd. De meest beroemde Subantarctische archipel is de Falkland-archipel voor de Argentijnse oostkust.