Wie als visserijbioloog met vissers- en onderzoekingsschepen meevaart en een levenslange passie heeft voor vogels, heeft niet alleen gelegenheid om zeevogels te observeren maar krijgt ook een goed inzicht in de relatie tussen vissers en vogels. Op zee is het aanzetten van de whinch op vissersschepen, dat aan het binnenhalen van de netten voorafgaat, voor zeevogels het teken dat het eten wordt opgediend. Ondermaatse vis en ingewanden van de maatse vis die overboord worden gezet, betekenen overvloedig voedsel voor tal van vogelsoorten. Het verwachtingsvolle gekrijs en gedwarrel van de vogels geeft aan het binnenhalen van de vangst nog een extra element van spanning. Voor zeevissers geven de vogels een zekere gezelligheid om de deur. Zolang hongerige Zilvermeeuwen geen maatse Schollen uit de manden pikken (en naar binnenproppen) is de verstandhouding prima.