1993
Toespraak gehouden op 14 oktober 1988 bij het afscheid van Anton Bruijn van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort door professor dr. K.H. Voous
Publication
Publication
Het Vogeljaar , Volume 41 - Issue 4 p. 166- 167
Anton Bruijn staat bekend als een amateur, gelijktijdig een groot kenner van middeleeuws aardewerk en van uilen. Of is het omgekeerd: groot kenner en toch amateur? Over dit veel gemaakte onderscheid en over de rol van de amateur in de beoefening van wetenschappen wil ik iets trachten te zeggen. Wat is een amateur? De woordenboeken zeggen zoiets als: iemand die een kunst, vak, wetenschap of tak van sport uit liefhebberij beoefent. Amateur staat tegenover vakman, de professional. Als de amateur van zijn geliefde onderwerp zijn beroep maakt of kan maken, is hij daarmee dan vakman geworden? Om bij de uilen van de jubilaris te blijven: hoeveel werk is door hem en vele anderen aan de studie van uilen en andere vogels verricht? Het zou te veel zijn om op te noemen, in alle landen en op alle continenten van de wereld. Daaronder zijn: winkeliers, onderwijzers, postbodes, landbouwers, chirurgen, artsen, tandartsen, officieren, rechters, notarissen, predikanten, politiefunctionarissen, technici, directeuren van grote concerns, ambassadeurs èn biologen.
Additional Metadata | |
---|---|
Het Vogeljaar | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Stichting Het Vogeljaar |
K.H. Voous. (1993). Toespraak gehouden op 14 oktober 1988 bij het afscheid van Anton Bruijn van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort door professor dr. K.H. Voous. Het Vogeljaar, 41(4), 166–167. |