In British Birds (86 (8): 368-369,1993) wordt door Jan Holmgren melding gemaakt van jonge Gierzwaluwen die hangend aan dunne twijgen aan de buitenzijde van bomen slapen. De meeste waarnemingen werden gedaan in augustus in Zuid-Zweden. De auteur stelde vijfenzeventig avonden vast waarin achtenveertig Gierzwaluwen tussen de bladeren hun slaapplaats opzochten en bovendien nog drieentwintig tegen de stam. Daarnaast nam hij heel wat ’fly-ins’ waar maar kon daarvan geen slaapplaatsgedrag vaststellen. Uit oude bronnen blijkt dat de Gierzwaluw in onze streken aanvankelijk onder meer in oude holen van spechten in bomen broedde en later ook in openingen in houten of strodaken en in met zoden bedekte daken. Het is daarom mogelijk dat Gierzwaluwen die in gebieden broeden waar weinig mensen wonen (zoals in het noordelijke deel van Europa), van nature bomen ook als slaapplaats gebruiken. Gierzwaluwen welke uit dit streken afkomstig zijn, zouden zich ook elders zo kunnen gedragen. De redactie van Het Vogeljaar zal graag op de hoogte worden gebracht van dergelijke waarnemingen.