Dijkversterking, natuurbouw en recreatie; ogenschijnlijk hebben ze niets met elkaar te maken. Maar bij de Oostvaardersdijk – het traject De Blocq van Kuffeler-Pampushaven – is dat nadrukkelijk wel het geval. Hier wordt op een ’geraffineerde’ wijze werk met werk gemaakt. Niet alleen komt er een sterkere dijk te liggen, maar er ontstaat voor weinig meerkosten aan de polderzijde een uniek natuurgebiedje, waaraan straks ook de recreant z’n hart kan ophalen. Projectleider Dijkversterkingen Theo Vermeulen (WVT) en landschapsarchitect Eddy Hendriks (LIP) lichten dit schoolvoorbeeld van een integrale aanpak toe. ’Als afdeling Nieuwe Werken (WVT) zijn wij bezig met het dijkversterkingsprogramma voor de meerdijken rond Flevoland. In juni 1993 is begonnen aan de verhoging van het zuidelijk deel van de Oostvaardersdijk, het traject De Blocq van Kuffeler tot Pampushaven. Voor de aanleg van de tuimeldijk, bovenop de bestaande Oostvaardersdijk, is zo’n 70.000 kubieke meter gerijpte grond nodig. Deze grond halen wij uit de kwelzone aan de voet van de dijk. Tot zover het verhaal van de techneuten, die simpel een stuk dijk aanleggen. Maar de bal begon te rollen toen Planvorming en Projecten (LIP) op ons spoor werd gezet. De Groene Pool houdt zich bezig met allerlei natuurbouwprojecten en kijkt wear eventueel een relatie te leggen valt met andere projecten. Zo kwamen de dijkbouwers en de plannenmakers voor natuur en landschap bij elkaar. Samen wordt nu een uniek werk gerealiseerd, waarbij de dijkversterkingen een meerwaarde krijgen. Het stuk Oostvaardersdijk kan een voorbeeld zijn voor de aanpak van dijkversterkingen elders; een integrale aanpak’, aldus Vermeulen.