Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland besloten in September 1993 een nieuw grootschalig centrum voor glastuinbouw te laten verrijzen in de Hoeksche Waard. Het complex moet worden ingericht op de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, het grote agrarische gebied tussen Numansdorp en Strijen, langs het Hollandsch Diep. Indien de plannen van Gedeputeerde Staten doorgaan, komt de grootste najaarspleisterplaats voor Grauwe Ganzen in het noordelijke deltagebied in de knel. De Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen is een ’klassieke’ najaarspleisterplaats voor Grauwe Ganzen. Het gaat om een landbouwgebied van circa 1350 hectare met een rijke historie (Van Dijk 1992). Cromstrijen strekt zich uit over een afstand van circa elf kilometer langs de noordoever van het Hollandsch Diep. De afzonderlijke landbouwkavels meten minimaal vijftig hectare. Het terrein is gesloten voor het publiek. Het ten westen van Numansdorp gelegen deel raakte steeds meer versnipperd, onder andere door de komst van een golfbaan. Het ten oosten van Numansdorp gelegen gedeelte bleef tot op heden grotendeels gaaf. Buitendijks liggen hier de Hoogezandsche Gorzen, een sinds de sluiting van het Haringvliet in 1970 voortdurend afkalvend slikken- en gorzengebied, dat de Grauwe Ganzen dient als wijk- en rustplaats (Ouweneel 1992). Rust, grootschaligheid, slaapplaatsen grenzend aan de voedselterreinen, nagenoeg ontbreken van jacht op ganzen en een welwillend ganzenbeleid, leidden er toe dat Cromstrijen de ganzen bijna ideale omstandigheden te bieden heeft.