De auteur legt uit hoe hij van een grasland een bloemenweide maakte. Door de planten grondig te inventariseren, kwam hij achter een verschijnsel dat algemeen bekend is. Niet alle soorten planten ontwikkelen zich ieder jaar in gelijke mate. Soms komen zij het ene jaar op bepaalde plaatsen op en in andere jaren weer op andere plekken. De schrijver deelt de opkomende flora op een bijzondere wijze in. Volgens hem zijn het planten die behoren tot ruderale, bos- en weidebiotoop. Er ontstaan ontwikkelingspatronen die samen lijken te vallen met het verschijnsel zonnevlekken. In reeksen van formulas en modellen licht de auteur zijn hypothese toe. Deze studie zou moeten worden getoetst aan vegetatiegegevens van elders. Wanneer Perdijk inderdaad gelijk heeft, betekent dat dat er door de natuur tevens een cyclische warmtegradiënt als ecologisch nichepotentieel wordt gebruikt. Het zal duidelijk zijn dat planten aan reeksen van voedselketens staan en dat dit aldus consequenties heeft in het ecologische netwerk. Overigens hebben wij in Het Vogeljaar al verscheidene malen in de richting van het belang van warmtegradiënten gewezen. Onder andere voor vogels zoals de Nachtzwaluw, Ortolaan, enzovoort.