Een van de meest opvallende ontdekkingen van de laatste jaren in verband met het paargedrag van vogels is het voorkomen van overspel of extra-paar-copulaties. Het wordt langzamerhand duidelijk dat deze copulaties buiten de sociale paarband een heel belangrijke rol spelen in het voortplantingsgedrag van vogels. In hun recent boek geven Birkhead & Møller (1992) een overzicht van onze huidige kennis van het copulatiegedrag bij vogels en men stelt vast dat bij alle soorten die in detail werden bestudeerd, extra-paar-copulaties voorkomen. Nu is dit ’overspelgedrag’ al langer bekend en beschreven, maar een recente ontwikkeling in de biochemie heeft in dit onderzoek een kleine revolutie teweeggebracht. Het gaat hier over de techniek van de DNA-fingerprinting (of genetische vingerafdruk), waarmee onderzoekers in staat zijn ouderschapsbepalingen uit te voeren. Met behulp van deze techniek kan men dus nagaan in hoeverre de sociale vader (het mannetje dat helpt voeren) inderdaad ook de biologische vader van de jongen in het nest is. Als het overspelgedrag ook aanleiding geeft tot de bevruchting van een of meer eieren, dan zullen in een nest jongen voorkomen van verschillende vaders.