Door de methodiek van de Vogelwet 1936 is het vaak lastig te achterhalen wat de bepalingen voor sommige onderwerpen zijn. In eerste instantie wordt alles verboden en zijn alle vogels beschermd, maar elders in de wet, in het Vogelbesluit 1994 of in ministeriële regelingen, worden daarop allerlei uitzonderingen gemaakt. Eén van de voorbeelden wordt gevormd door de onbeschermde vogels. Die blijken trouwens bij nadere bestudering van de bepalingen niet zo ’onbeschermd’ te zijn als het woord wil doen geloven.