Voor de realisering van de natuurdoelstelling in het landelijk gebied dient onder de betrokken landbouwers en de lokale bevolking draagkracht te worden gecreëerd; dat vergt een zorgvuldige afweging van de diverse belangen. Dit schrijft minister Van Aartsen in zijn brief aan de Tweede Kamer van 11 juli 1995, mede namens de minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), naar aanleiding van Kamervragen van de leden Esselink, Reitsma, De Jong en De Hoop Scheffer (allen CDA) inzake de voorgenomen begrenzing van het natuurgebied in Gaasterland, Naar het inzicht van de ministers is en wordt door het Provinciaal bestuur met betrekking tot Gaasterland intensief aan die draagkracht gewerkt. In het licht hiervaan zijn beide ministers bereid hel Provinciaal Bestuur van Friesland ruimte te bieden, zowel wat betreft tijd als de te volgen weg, om te werken aan de realisering van de uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuurdoelstelling van 550 ha in Gaasterland.