Gasboringen in de Waddenzee vormen al jarenlang een onderwerp van felle discussies. Hierbij zeggen natuur- en milieu-organisaties dat gaswinning in de Waddenzee uit den boze is. Dit standpunt is gebaseerd op de te verwachten negatieve effecten die gaswinning zal hebben op de Waddenzee. Wie bovendien de getallen van de Nederlandse gasvoorraad bestudeert en de jaarverslagen van de Gasunie goed leest, komt tot de conclusie dat voor winning van gas in de Waddenzee en de daarvoor uit te voeren boringen momenteel absoluut geen noodzaak bestaat. De NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) gaat echter stug door met de voorbereidingen en beweert dat er een verwaarloosbaar risico aan de boringen is verbonden. In december 1995 verscheen de Milieu Effect Rapportage (MER) over proefboringen in de Waddenzee. De MER werd uitgevoerd door het Ingenieursbureau Haskoning (Brolsma et al 1995). Zo’n MER is een wettelijk verplichte studie waardoor vooraf voldoende inzicht moet worden gegeven in de effecten van een bepaalde ingreep (hier de proefboringen) op natuur, milieu en landschap. Tot nu toe is de discussie over het al dan niet toestaan van proefboringen in de Waddenzee vooral een technische geweest: het ging om vragen als ’daalt de bodem’ en ’welke mate van verstoring is toelaatbaar’. Daarbij speelde vooral een rol of de nadelen van gaswinning opwegen tegen enorme schadeclaims van oliemaatschappijen bij de Nederlandse staat. Het is vrijwel niet aan de orde gekomen, er is vrijwel geen inzicht vanuit welke grondhoudingen tegenover natuur beslissingen worden genomen. Dit is een oude, maar belangrijke discussie, omdat het veel van de tegenstellingen tussen voor- en tegenstanders van proefboringen verklaart en bespreekbaar maakt. Een zinvolle discussie zou dan ook nadrukkelijker de grondhouding van mensen ten opzichte van de natuur (ook wel natuurvisies genoemd) moeten omvatten, zie onder anderen Van Amstel et al (1988), Van Zoest (1991) en Zweers (1995). Hier willen wij er verder niet op ingaan. Wij beperken ons tot de MER en wadvogels: verschaft de MER ons het beloofde inzicht in de gevolgen van proefboringen voor wadvogels? In figuur 1 staan de lokaties van deze proefboringen: zes in de Waddenzee en zes in de onmiddellijke omgeving.