Het vogelen als hobby en als passie ontwikkelt zich sterk in Noord-Amerika. Het gaat er daarbij al lang niet meer om, om met een autorit van een paar honderd kilometer een nieuwe soortnaam aan de vogellijst toe te voegen. Vogelrecreatie en -toerisme, het vogelen, heeft in Noord-Amerika zo’n omvang en zo’n economisch gewicht verkregen dat het een eigen niche heeft veroverd binnen het toerisme: avitourism. Het avitoerisme voor jong en oud, voor professionals en liefhebbers, voor gevorderden en beginners is een tijdverdrijf dat, met de Angelsaksische landen voorop, wereldwijd een toenemende belangstelling ondergaat. Maar het avitoerisme groeit niet alleen, ook vindt er diversificatie plaats. Veel vogelaars zijn bereid lange afstanden af te leggen voor de uitoefening van hun hobby. Dit is nu ook ontdekt door een aantal Noordamerikaanse dorpen, steden en staten die avifaunistisch iets bijzonders bieden. Daarop spelen zij in met een nieuwe loot aan de stamboom van het avitoerisme: de vogelfestivals (festival birding, birding festivals). Deze ontwikkeling is nu zo’n tien jaar oud en lijkt zich nu uit te breiden naar de Oude Wereld. Voor 1997 staan daar vier festivals op het programma: in Israël, Polen, Hongarije en Roemenië. Dit eerste artikel biedt u een overzicht over de ontwikkeling van vogelfestivals, wat het zijn, wat hun betekenis is en welke vogelfestivals er zijn.