Na een olieramp zijn er naast grote aantallen dode vogels ook altijd levende olieslachtoffers. In veel landen komen deze in opvangcentra terecht waar ze worden gerevalideerd en weer worden vrijgelaten. De vraag blijft wat er van deze vogels terechtkomt: redden ze het wel in de natuur? Hierover is enige tijd geleden een gedegen artikel in het Engelse wetenschappelijk tijdschrift Ibis verschenen (Sharp 1996). De belangrijkste conclusie van dit Amerikaanse onderzoek: praktisch alle gerevalideerde olieslachtoffers gaan binnen de kortste keren na vrijlating dood. Het artikel is een grondige analyse van de overlevingskansen in de vrije natuur van gerevalideerde olieslachtoffers langs de Noordamerikaanse westkust. De analyse werd uitgevoerd door een vergelijking te maken van ringterugmeldingen van gerevalideerde olieslachtoffers met ringterugmeldingen van gezonde vogels. De soorten waar de analyse zich op richtte waren Zeekoet Uria aalge, Grote Zeeëend Melanitta fusca en twee nauwverwante futensoorten, de Zwanehalsfuut Aechmophorus occidentalis en de Clark’s Fuut Aechmophorus clarkii. Vooral van de Zeekoet, een soort die ook in Nederland vaak het slachtoffer wordt van olievervuiling, waren veel gegevens beschikbaar.