In 1996 meldde zich half april de eerste Boerenzwaluw (Hirundo rustica) in mijn schuur. Daarin bevindt zich al enkele jaren een kunstnest dat regelmatig in gebruik is. Ook bouwden de zwaluwen in voorgaande jaren zelf een nest of repareerden een oud nest. Ditmaal paren de vogels in de buurt van het kunstnest en leggen daarin twee eieren. Deze blijken onbevrucht of sterven vroegtijdig af. Na deze mislukte poging bouwen de vogels zelf een nest. Daarin leggen ze echter geen eieren. Beide vogels besteden nog steeds nadrukkelijk aandacht aan elkaar, maar ook deze poging loopt andermaal op niets uit. Op 2 augustus bouwt een van de vogels een tweede nest. Daarin komt slechts één ei dat blijkt bevrucht. Op 2 september ligt daar namelijk een jong in. Slechts één ouder voert dit jong en de andere ouder is in geen velden of wegen meer te bekennen. Het jong groeit voorspoedig op en vliegt weldra uit. Op 10 oktober vliegt de oudervogel voor het laatst de schuur uit; op 13 oktober gevolgd door het jong. Al met al een pover broedresultaat na een behoorlijke inspanning. Dit staat in schril contrast met 1995 waarover ik eerder in dit blad (jaargang 43, nummer 5: 218) berichtte.