De eerste Purperreigers komen over het algemeen terug in april. In 1996 was het in een groot deel van de tweede helft van april fraai weer met overdag temperaturen van rond de twintig graden Celsius. Relatief veel Purperreigers kwamen toen tot broeden. Daarna volgde een koudeperiode waarin er nauwelijks nieuwe legsels bijkwamen. Er zijn zelfs aanwijzingen dat vroege legsels als gevolg van de kou in de steek zijn gelaten. De koudeperiode duurde tot ver in mei en dit had tot gevolg dat veel Purperreigers laat tot broeden kwamen. In juni bevatten veel nesten dan ook nog eieren. Het broedseizoen verliep als het ware discontinu (een deel van de populatie broedde normaal vroeg, een groot deel broedde relatief laat) en hierdoor verliep het inventariseren van de kolonies moeizamer dan in andere jaren. Tabel 1 geeft het gebruikelijke overzicht.