Al vele jaren broedden er Zwarte Sterns in de diverse Staatsbosbeheerreservaten rond Hasselt. Het merendeel broedt hier op broedvlotten en vlotjes. Vroeger broedden er veel op de toen nog algemene Krabbescheer, maar door de veranderende waterkwaliteit is deze plant praktisch helemaal verdwenen. In de jaren zestig ontdekte A. Timmerman sr. (1961), een medewerker van Staatsbosbeheer, dat op het Zwarte Meer grote kolonies Zwarte Sterns broedden op aangespoeld riet, zogenaamde daak. Hierdoor kwam hij op het idee de vogels drijvende rietmatten aan te bieden als vervangende nestgelegenheid voor de verdwenen Krabbescheer. Op het Zwarte Meer en later de Kolken van Hasselt en De Enk bij Kampen heeft toen Staatsbosbeheer drijvende rietmatten gelegd. De methode bleek zeer succesvol en jaarlijks broedden er Zwarte Sterns op de rietmatten. In 1983 is Staatsbosbeheer rond Hasselt op meer plaatsen nestvlotten gaan leggen. Dit gebeurde voornamelijk op plaatsen waar af en toe enkele paren op waterleliestronken broedden. Op vijf a zes plaatsen werden hier jaarlijks vlotjes gelegd.