Als pleisterplaats of winterkwartier voor miljoenen palearctische trekvogels is de op de grens van Europa en Azië gelegen Wolgadelta van levensbelang. Delta’s spreken zeker Nederlandse vogelaars sterk aan. Na een decennia durende politieke ijstijd is een vogelreis naar de Wolgadelta en omgeving alsmede naar andere aanlokkelijke vogelgebieden in de voormalige Sovjet-Unie nu mogelijk. Met de Litouwer Algirdas Knystautas als gids ging in mei 1997 een groepje vogelaars tien dagen naar de Wolgadelta en aangrenzende gebieden. Veel te kort, want op alle aan het gebied verbonden aspecten zijn superlatieven van toepassing. Een vergelijking tussen de Wolgadelta en onze Rijndelta gaat op ieder gebied volstrekt mank. Met een lengte van 3600 kilometer, waarbij de rivier verschillende klimaatzones passeert, bestrijkt de Wolga met ruim tweehonderd zijrivieren een stroomgebied van 1,36 miljoen vierkante kilometer. Al vierhonderd kilometer ten noorden van de eigenlijke delta wijken de oevers twintig tot dertig kilometer uit elkaar. Bijna dertig kilometer ten noorden van de aan de rand van de delta gelegen, een half miljoen inwoners tellende stad Astrachan, gaat de Wolga dan over in haar 19.000 vierkante kilometer metende delta, die 120 kilometer diep is en over een kustbreedte van tweehonderd kilometer via achthonderd armen jaarlijks driehonderd kubieke kilometer water stort in de Kaspische Zee, de grootste binnenzee op aarde en voor tweederde van haar watervoorraad afhankelijk van waterafvoer van de Wolga.