Het plaatsen van nestkasten heeft jaar en dag al veel vruchten afgeworpen. Voor veel zangvogels is zo’n aanvulling op soms schaarse broedgelegenheid hoogst welkom. Dat ook grotere vogelsoorten dankbaar van kasten gebruik maken, blijkt in de Boswachterij Kootwijk, waar nu dertig jaar Bosuilen in kasten broeden en waar mijn vriend Gerrit de Graaff en ik hun de helpende hand bieden. Sedert 1967 zijn de kasten ingeburgerd bij Bosuilen, Holenduiven, Kauwtjes en soms zangvogels en Eekhoorns. De in het algemeen vrij jonge bossen in de Boswachterij Kootwijk bieden heel weinig boomholtes voor de wat grotere holenbroeders. In de jaren zestig werden hier een paar keer Bosuilen gezien, maar nestgelegenheid ontbrak vrijwel. Nog voordat ik met mijn vriend in contact kwam, werden in december 1964 bij wijze van proef drie grote nestkasten opgehangen. Er werd natuurlijk rekening mee gehouden, dat het even zou duren voordat zo’n luxe nestplaats zou worden ontdekt en geaccepteerd. Het werd spannend om af te wachten wat er zou gebeuren. Het geduld is echter niet lang op de proef gesteld, want het eerste broedgeval was in 1967 een feit: op 27 maart zat de Bosuil op vier eieren. Dit werd voor ons de aanzet tot plaatsen van meer kasten. De genoemde boswachterij meet circa 4000 hectare, dus het leek interessant hier meer Bosuilen de kans te geven zich te vestigen. Dit is inmiddels gebeurd.