Op 4 november 1997 heeft de Tweede Kamer het door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) ingediende ontwerp van de Flora- en faunawet (FF-wet) aangenomen. Inmiddels is het wetsontwerp in de Eerste Kamer behandeld. Het daarvan uitgebrachte verslag bevat veel vragen die de minister van LNV nu moet beantwoorden. De Flora- en faunawet gaat de bestaande wetgeving op het gebied van de wilde flora en fauna vervangen, dat wil zeggen de Vogelwet 1936, de Jachtwet, de Wet Bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten en hoofdstuk V van de Natuurbeschermingswet. Voordat het zover is moet de nieuwe wet echter verder vorm krijgen in een groot aantal algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Verwacht wordt dat de wet niet voor het einde van dit jaar in werking zal treden. Hebben wij dan een wettelijk stelsel voor de bescherming van onze wilde flora en fauna waar wij trots op kunnen zijn? Is de nieuwe wet werkelijk een verbetering ten opzichte van de huidige wetgeving? Daarover bestaat nogal wat twijfel. In dit artikel wordt een uiteenzetting gegeven van de bepalingen voor de verschillende onderwerpen die de wet behandelt en er is een vergelijking gemaakt met de bepalingen in de bestaande wetten. Heel uitgebreid kan dit overzicht niet zijn omdat op veel punten nog niet bekend is hoe de uitwerking eruit zal zien.