Het verhaal van Noach, de Ark en de Zondvloed in het eerste bijbelboek (Genesis 6-9) bezit talrijke facetten, het ene nog zinvoller dan het andere. Hoofdmotief is Gods straf voor de verdorvenheid en gewelddadigheid van het mensdom, dat daarom, met al wat er verder op aarde leefde, door het water van de grote vloed (sindvloed = zondvloed) wordt weggevaagd. Dit verhaal, dat tot oeroude bronnen teruggaat, maar niet als historische werkelijkheid moet worden beschouwd, bevat een grote verkondigings- en geloofswaarde. In dit artikel zal op het gebruik van de Ark als beeld van de redding van de mensheid en de dierenwereld en van de hernieuwing van het verbond met God worden ingegaan. Daarbij zal worden onderzocht of de Ark mag worden gezien als het symbool van de huidige wereldwijde natuurbescherming. Door prins Bernhard werd Noachs Ark voor de door hem in 1971 ingestelde Orde van de Gouden Ark als de drager van de natuurbeschermingsgedachte gekozen. De Ark werd al snel in de internationale natuurbeschermingsgemeenschap als een wereldwijd herkenbaar symbool overgenomen. Aan het zo eenvoudig lijkende symbool van Noachs Ark zijn niettemin enkele onvermoede consequenties verbonden. Deze worden in dit artikel besproken.