Bij uitgevers van soort- en/of vogelfamiliemonografieën ontbreekt het blijkbaar aan onderlinge coördinatie. Want in dezelfde maand dat Pica Press met haar ’Nightjars’ voor het voetlicht trad, onthulde de eerbiedwaardige Oxford University Press dat men in het kader van haar serie ’Birds Families of the World’ ook met een The Nightjars’ komt, te schrijven door D. Holyoak en met platen van Martin Woodcock. Degeen die prefereert een keus te maken welke ’Nightjars’ hem het beste past, zal dus geduld moeten hebben. De lieden die niet kunnen wachten met een boek over de geheimzinnige en moeilijk waar te nemen schepsels van de nacht, krijgen met de Pica Press-versie een boek waarvan de formule inmiddels overbekend is. Dat geldt niet voor de Caprimulgiformes (geitenmelkers) zelf. Van drie soorten kwam tot dusver maar één exemplaar ter beschikking van de wetenschap, waar tegenover staat dat sinds 1990 drie nieuwe soorten werden beschreven. Om volledig te zijn kwam tegelijkertijd een CD uit, die van 108 soorten het geluid ten gehore brengt, 90% van alle nachtzwaluwen en verwanten. ’Nightjars’ voert dertien soorten uilnachtzwaluwen ten tonele, zeven reuzennachtzwaluwen, acht dwergnachtzwaluwen, 92 nachtzwaluwen en dan de fameuze Vetvogel. Een van de grootste is de Grote Nachtzwaluw van Zuid-Oost-Azië, een soort die zich ’kiekendiefachtig’ presenteert. Van veel soorten is nog maar bitter weinig bekend. Het verbaast niet dat de beschrijvingen van ’onze’ Nachtzwaluw en de Amerikaanse Nachtzwaluw het langst zijn. Deze laatste pleegt in grote troepen te trekken. Dat ademstokkende schouwspel viel recensent ten deel in augustus 1992 in New Brunswick, Canada.