Vijfentwintig jaar geleden bundelden de actieve Nederlandse vogelaars hun krachten in Sovon. Het eerste doel was te komen tot een complete atlas van de verspreiding van de Nederlandse broedvogels. Onder de bezielende leiding van coördinator Ray Teixeira en dankzij de belangeloze medewerking van vele honderden vogelaars werd dit eerste Sovon-project een groot succes. De in 1979 verschenen Atlas van de Nederlandse Broedvogels was beslist een mijlpaal in de vaderlandse ornithologie. Sovon kon dankzij de niet aflatende steun van de vrijwilligers op het ingeslagen pad voortgegaan. Na een tweede atlasproject, waarin de verspreiding van winter- en trekvogels centraal stond, werd de aandacht verlegd naar monitoringprojecten: het volgen van vogelpopulaties in steekproefgebieden. Dankzij deze projecten hebben wij een goed beeld van de populatie-ontwikkelingen van het gros van de Nederlandse vogels. Een actueel beeld van de verspreiding van broedvogels is echter, op een aantal zeldzame soorten en koloniebroeders na, niet beschikbaar. Daarom werd binnen Sovon vanaf begin jaren negentig gedacht aan hef opzetten van een nieuw atlasproject voor broedvogels. Een enquête onder vogelwerkgroepen wees uit, dat het idee in goede aarde viel: een grote meerderheid gaf aan zeker met zo’n project mee te willen doen. Op de Sovon-burelen was dit het teken om serieus met het project aan de slag te gaan. Er werd gestudeerd op de vraag in welke vorm het project moest worden gegoten en er werden financiers aangetrokken. Afgelopen voorjaar is het veldwerk van start gegaan (en hoe!).