In het vorige jaaroverzicht (Het Vogeljaar 46: 53-57) heb ik mijn grote zorg uitgesproken over de ’veiligheid’ van veel purperreigerkolonies. Er zijn door de vestiging van de Vos moerasgebieden als broedgebied minder geschikt tot zelfs ongeschikt geworden voor de Purperreiger. Deze zorg is er nog steeds. Toch moet worden opgemerkt dat 1998 geen slecht jaar voor de Purperreiger is geweest. Het aantal bekende broedparen kwam zelfs voor het eerst sinds 1983 ruim boven de driehonderd uit. Tabel 1 geeft het gebruikelijke overzicht. Het lijkt wel of het aantal Purperreigers in Friesland steeds moeilijker is vast te stellen. De soort broedt erg versnipperd en dit geldt eigenlijk ook voor de Oude Venen. De kolonie telde slechts vier nesten, terwijl op meer dan 500 m van genoemde kolonie waarschijnlijk nog enkele solitaire paren hebben gebroed (A. Huitema, R. Kleefstra, N. Minnema). Bij Oldeboorn hebben waarschijnlijk 1 à 2 paren enkele kilometerhokken oostelijker dan dat van vorig jaar gebroed. In De Deelen kwamen drie kolonies voor van respectievelijk 1, 1 en 2 nesten (kolonie-afstand conform Van Dijk & Hustings 1996).