Bij het bericht over de op 24 december 1997 overleden Haagse ornitholoog en vogelfotograaf Frans Kooijmans viel te vermelden dat met de familie overleg gaande was hoe het waardevolle fotomateriaal dat ’Kooij’ naliet, bijeen te houden en hoe het toegankelijk te maken voor komende generaties. De familie zag het belang voor de Nederlandse ornithologische historie ook in en men stond toe dat de toto’s naar de archieven van de Heimans en Thijsse Stichting zouden gaan. Op 25 juli 1998 konden Ruud Vlek en de auteur het materiaal in ontvangst nemen. Het was een bijzondere middag, die in het teken stond van driekwart eeuw vogels in Nederland. ’Kooij’ begon met fotograferen van vogels in 1925, toen hij achttien jaar oud was. Hij ging ermee door tot diep in de jaren tachtig, zodat op die zaterdagmiddag 25 juli zo’n dertig dozen en kisten foto’s, negatieven, glasplaten en dia’s van vogels en landschappen gereedstonden. De maker van dit unieke stuk Nederlandse ornithologische geschiedenis had alles systematisch geadministreerd, per vogelsoort, landschap en ook geordend naar fototype, waaronder tien kistjes met loodzware glasplaten en stapels dozen met vergrotingen, tot 18 x 24 centimeter toe, die waarschijnlijk zijn gebruikt voor tentoonstellingen. Er was een kistje met glasplaten gemaakt tijdens de fameuze reizen naar Groenland, Ijsland en Zweden. Het noorden en de Atlantische Oceaan, daar lag Frans’ hart. De oudste zoon kreeg dan ook prompt de naam Roald.