2000
Opnieuw... Hoeksche Waard waarheen?
Publication
Publication
Het Vogeljaar , Volume 48 - Issue 1 p. 22- 24
Omringd door Spui, Oude Maas, Dordtse Kil, Hollandsch Diep’ en Haringvliet ligt direct ten zuiden van het met mensen en hun kunstwerken gevulde Rijnmondgebied de Hoeksche Waard. Dertig jaar geleden maakte de opening van de Heinenoordtunnel een einde aan het isolement van dit relatief dunbevolkte agrarische gebied, met een avifauna waarop de rondom liggende estuaria sterk hun invloed lieten gelden. Vooral ten gerieve van de talrijke forensen die zich graag in de streek vestigden, volgde na 1969 een geleidelijke infrastructurele inlijving bij de agglomeratie Rotterdam, Maar vergeleken met de dichtgegroeide Rijnmond kon de Hoeksche Waard tot op heden zijn open karakter behouden en herbergt de streek veel vogels. Nu echter dreigt volledige inlijving en zijn de vooruitzichten omineus. ‘Wederom is de toekomst van de Hoeksche Waard in het nieuws. Nadat enkele jaren geleden Rotterdam in zijn ‘Plan 2000+‘ een belangrijk deel van het grondgebied opeiste voor haven en industrievestiging en de streek bij sommigen intussen staat genoteerd op het lijstje van mogelijke vestigingsplaatsen van de tweede nationale luchthaven, projecteert het onlangs vastgestelde streekplan Zuid-Holland-Zuid ergens in de Hoeksche Waard een woonstad. Uit deze in een kort tijdsbestek gelanceerde bestemmingen moge blijken hoe het Rijnmondgebied lonkt naar de, althans naar Randstadse normen gemeten, nog omvangrijke ruimte van de Hoeksche Waard. Dat deze komt lijkt onafwendbaar zodat moet worden gevreesd dat het momenteel nog open landschep van de streek, het meest opvallende verschil met de zo rijkelijk van bouwsels voorziene agglomeratie Rotterdam, binnen niet al te lange tijd eveneens zat worden beheerst door hoogbouwcontouren...’.
Additional Metadata | |
---|---|
Het Vogeljaar | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Stichting Het Vogeljaar |
Gerard Ouweneel. (2000). Opnieuw.. Hoeksche Waard waarheen?. Het Vogeljaar, 48(1), 22–24. |