Zo wordt dit Griekse vogeleiland, op een steenworp afstand van de Turkse kust, wel genoemd. Wij hebben dit vogelrijke eiland begin mei 1999 bezocht. Geografisch ligt dit eiland strategisch, omdat veel vogels er langs trekken op weg naar het noorden. Het ligt min of meer op de vliegroute naar de Zee van Marmara en de Bosporus. Bovendien kent het eiland verscheidene rivieren en poeltjes die voor vogels aantrekkelijk zijn na een lange vlucht over zout water. Het eiland, met afmetingen van 45 bij 75 km, heeft ongeveer 90.000 inwoners. De hoofdstad is Mitilini met ruim veertigduizend inwoners. Het eiland verkrijgt inkomsten uit de vele olijfbomen, ruim tien miljoen zeggen ze. Verder beslaan naald- en eikenbossen een groot deel van het eiland. In deze bossen, die ogenschijnlijk niet zo rijk zijn, kunnen wij nog wel de Vlaamse Gaai (waarschijnlijk subspecies atricapillus), Middelste Bonte Specht en de Rouwmees aantreffen. De kleinschalige visserij zorgt ook voor werkgelegenheid en als derde is daar het toerisme dat de laatste jaren is toegenomen, maar het eiland nog niet overheerst, zoals dat bij andere Griekse eilanden wel het geval is. Geografisch is het eiland in trek bij vogels, maar dat was het ook voor de Turken. Het eiland is vierhonderd jaar in Turkse handen geweest. Sinds 1912 behoort het bij Griekenland. Die willen dat graag zo houden gezien hun forse militaire aanwezigheid op het eiland.