De geschiedenis van de Visarend in Europa is er een van voortdurende afname tol diep in de jaren twintig van de vorige eeuw, met daarna een stabilisatie en plaatselijk zelfs geleidelijk herstel tot circa 1955. Vervolgens raakt tijdens de pesticidenperiode de populatie opnieuw twee decennia in verval (Bijleveld 1974). Met uitzondering van het geringe en kwetsbare bestand in het mediterrane gebied, komt sinds circa 1980 op verscheidene plaatsen in ons werelddeel de Visarend in de lift (Hagemeijer & Blair 1997), lokaal zelfs opzienbarend, waarbij er tekens zijn dat de soort plaatselijk te kampen krijgt met gebrek aan geschikte nestplaatsen. Wanneer wij de Visarend de helpende hand willen bieden om zich in Nederland als broedvogel te vestigen (Voous 1986, Saris 1996), laat het zich aanzien dat de huidige periode daarvoor gunstig is. Een van de locaties in Nederland met condities die Visarenden aanstaan, vormt het oostelijke bekken van het Haringvliet, met daarin als kernen het eiland Tiengemeten en de Ventjagersplaat.

Het Vogeljaar

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Stichting Het Vogeljaar

Gerard Ouweneel. (2000). Broedende visarenden ook in Nederland? Pleidooi voor plaatsen van kunstnesten voor Visarenden in Nederland, speciaal op Ventjagersplaat en Tiengemeten in Haringvliet. Het Vogeljaar, 48(4), 167–172.