Die relatie leg je gemakkelijk. Alleen de naam al. Toch schreef de redactie van Vogelnieuws 7 (3): 9, juni 1994, in het speciale themanummer over Kerkuilen dat deze soort steeds minder vaak in Nederland in kerken broedt. De galmgaten worden met gaas afgezet om zo duiven tegen te houden. Ook speelt de afstand tussen het landelijke gebied en de kerktoren een rol. Steeds meer woonwijken zorgen voor meer afstand tot de kerk. In 1989 broedde nog maar 9% van de Kerkuilen in kerken. Meer recente gegevens heb ik niet gevonden. In 1997 is er in Hongarije ook een kerkuilenwerkgroep opgericht. Ook zij hebben zich als doel gesteld de Kerkuil te beschermen. Vanaf 1997 onderzocht men 1200 geschikte locaties. Men beschermt nu 170 paren. De oude en de jonge vogels worden geringd. Vorig jaar waren dat ongeveer achthonderd vogels. Met recht kan de soort hier nog Kerkuil worden genoemd, want 80% broedt nog in kerktorens. De oorspronkelijke broedplaats, holle bomen, werd ook in Hongarije niet meer vastgesteld als broedplek.