Veel is veranderd binnen het territorium van de voormalige Sovjet-Unie maar het reizen naar en door de naties waarin de enorme landmassa uiteenviel, is iets anders dan een uitstapje binnen West-Europa. Aan onze reis via Moskou naar Almaty, de voormalige hoofdstad van Kazachstan en vandaar over de weg noordwaarts naar de op Russisch grondgebied liggende Altai kwam een papiermassa te pas die deed omzien naar vroeger tijden, toen men alles afkon met één visum. Eenmaal ter plekke was het visumleed snel vergeten. Want buiten Almaty reist men een ruimte binnen die het uit Groot-Londen en onze madurodamnatie afkomstige Anglo-Nederlandse vogelaarsgezelschapje naar adem deed happen. Steeds opnieuw. Voorzover nog leesbaar geven in Kazachstan de verkeersborden de naar een volgende bestemming af te leggen afstand aan in honderden kilometers. Tussen die bestemmingen reist men door een land met onbegrensde gezichtseinders, De evenals de transportmiddelen sterk in kwaliteit wisselende wegen zijn leeg en voeren door adembenemende, de verbeelding tartende landschappen, die vaak het ‘stop’ door het vervoermiddel deed klinken, ook al omdat langs die weg voortdurend boeiende vogelsoorten te zien waren. Eenmaal aan zo’n stopverzoek voldaan, bijvoorbeeld om ‘even’ naar een aantrekkelijk ogend steppenmeer met intrigerende vogelsilhouetten te lopen, dan bleek met zo’n wandeling al gauw een paar uur gemoeid of de afstand was onoverbrugbaar. Het waren lange dagen, die fysiek nogal wat vergden. Daarbij komt dat niet is veranderd in de samenstelling van het royale Siberische menu dat, inclusief toebehorende alcoholica, eigenschappen bezit die de gebruiker helpen barre weersomstandigheden het hoofd te bieden. Dat menu heeft ook andere consequenties in petto. Zo moest auteur in Altai afzien van een driedaags uitstapje naar het weer 300 kilometer verder liggende Kosh-Agach en de Chuya-steppe, een op 2200 meter hoogte liggende half-woestijn, tegen de grens van Mongolië.