Langzamerhand was het duidelijk geworden dat Taapken van al zijn activiteiten de touwtjes graag in eigen hand wilde houden. Iets afgeven of delegeren viel hem moeilijk. Hij gaf alles wat hij aan energie en kennis bezat aan zijn vrijwillige arbeid. Dat maakte samenwerking met hem soms weinig doorzichtig, maar uiteindelijk wel vruchtbaar. Deze instelling heeft hem ook in zijn huwelijksleven parten gespeeld. Wonderlijk genoeg heeft zijn spraakgebrek zijn aantrekkingskracht van vrouwen nooit in de weg gestaan. Ook als jongeman werd Taapken omringd, zelfs ‘omvlinderd’ door schone ‘motorengelen’. Eerst op zijn bromfiets en later op zijn motor. Zijn grote vaardigheid en moed bij gevaarlijke sporten, zoals ski-afdalingen buiten de gebaande pistes, waren de compensatie voor zijn spraakhandicap. Het heeft hem niet behoed voor hartproblemen op latere leeftijd. Jaap Taapken is altijd sterk emotioneel bewogen geweest. Hij was toegewijd aan de opdracht die hij zichzelf gesteld had, dat wil zeggen aan de natuur en aan zijn vrienden. Ondanks dit alles is hij in feite een eenling gebleven, zoekende naar begrip van zijn innigste relaties. Hij was een roepende in de woestijn van een cultuur die hij niet de zijne kon noemen. Hij was met deze, vaak onbegrepen levenshouding, een groot mens.