Nog maar een paar eeuwen geleden was de natuur onmetelijk rijker dan tegenwoordig. Tientallen miljoenen Bizons draafden toen nog massaal over de prairies, Carolinaparkieten ( Conuropsis carolinensis) vlogen door de sneeuw in New York, de Reuzenalk ( Pinguinus impennis) was nog niet uitgestorven, net als de acht meter lange Steller-zeekoe en de Dodo (Raphus cucullatus). Vele andere diersoorten zijn inmiddels voorgoed van de aardbodem verdwenen, vrijwel steeds door toedoen van de mens. Het boek ‘Een gat in de natuur’ is een monument voor de talloze dieren die de afgelopen 500 jaar zijn verdwenen. Auteur Tim Flannery is directeur van het South Australian Museum in Adelaide en de schitterende, vaak paginagrote illustraties zijn van freelance tekenaar Peter Schouten. De Nederlandse vertaling is van Herman J. V. van den Bijtel. De samenstellers van het boek zijn er, dankzij uitgebreid onderzoek, in geslaagd dieren die ons hoogstens nog bij naam bekend waren weer tot leven te wekken. Zij stellen de lezer in staat een glimp op te vangen van de pracht van een wereld die reeds lang verloren is gegaan.