Bij de meeste eendensoorten, waaronder de Wilde Eend (Anas platyrhynchos), zorgt alleen het wijfje voor het uitbroeden van de eieren en het grootbrengen van de jongen. Korte tijd nadat het wijfje begonnen is met broeden verlaat het mannetje haar en begint met ruien. Het vrouwtje ruit pas als de jongen zelfstandig zijn, ongeveer drie maanden na het begin van de leg. Het verschil in broedzorg en aanvang van de rui brengt met zich mee dat de aantallen mannetjes en vrouwtjes op plaatsen waar Wilde Benden zich graag ophouden, zoals vijvers in parken en plantsoenen, in de loop van het jaar sterk wisselen (Eygenraam 1957). Bij het Zoölogisch Laboratorium in Haren (Groningen) is een vijver waar grote aantallen ganzen worden gehouden. Het voer wordt aangeboden in open bakken op de oever van de vijver en is daardoor bereikbaar voor allerlei mee-eters, waaronder Wilde Benden. Dit biedt de gelegenheid tellingen te doen van het aantal aanwezige mannen en vrouwen in de loop van het jaar.