Uitgesproken in de gebiedende wijs behoort het ‘dames en heren wilt u zo vriendelijk zijn uw mobiele telefoons uit te zetten’ tegenwoordig tot het standaard openingsritueel bij aanvang van bijeenkomsten. Dat krijgt ook navolging. Te voorzien valt dat binnenkort de trits verwijs- en gebodsborden die ingangen van natuurgebieden plegen op te luisteren, uitbreiding krijgt met een bord ‘gebruik van mobiele telefoons verboden’. Want de eerste in natuurgebieden rondstappende recreanten met een mobieltje aan het oor zijn reeds gesignaleerd. Luid pratend in het apparaatje, opdat ook mollen, paddestoelen, kikkers en Heggenmussen ingescherpt krijgen wat voor gewichtig persoon hen bezoekt. In ieder geval één categorie lieden zal moeite hebben met zo’n mobieltjesverbod. Dat zijn de ‘twitchers’, de vogelaars die stad en land afreizen om de bijzondere soorten te scoren. Hoe onmisbaar mobieltjes zijn in het gehaaste bestaan van twitchers, openbaarde zich bij de witte Giervalk van Schiermonnikoog. Naar die arctische góden vogel ijlde ik ook, op de laatste dag van maart. Zoals gewoonlijk een dag te laat naar ter plekke bleek. Maar dat is een ander verhaal. Op de kade van Lauwersoog ging het gerucht rond dat de hypesoort van de Oosterkwelder de vorige dag was vertrokken. Nochtans scheepten met mij nog enkele tientallen zwaarbewapende vogelaars in. Waaronder een adolescent uit Emmeloord die zijn ouders ertoe had gebracht toe te stemmen in spijbelen en vervolgens ook een snipperdag op te nemen om hem naar Lauwersoog te rijden. Die jongen gaat het ver schoppen.