Eind mei 2001 belt mijn schoonzuster uit Oss mij met de vraag ‘Fred, weet jij dat misschien? Er zit een vogel in de tuin die probeert vis te vangen uit de sloot die langs de tuin loopt’. Daarbij denk ik direct aan een IJsvogel. ‘Het lijkt mij een Spreeuw, kan dat?’, voegt zij eraan toe. Ik antwoord daar wat aarzelend op: ‘Weet je zeker dat het een Spreeuw is?’, waarop zij antwoordt: ‘Ik denk van wel’. Vervolgens geeft zij mij een vrij duidelijke omschrijving die mij inderdaad aan een Spreeuw doet denken. Uit ervaring als natuurliefhebber weet ik dat Spreeuwen in staat zijn het gedrag van andere vogels te imiteren en dat geldt niet alleen voor de zang. Denk maar eens aan hoe Spreeuwen kunnen gaan hangen aan een vetbol en zo mezen nabootsen. Maar vis vangen? Mjn schoonzus woont in een nieuwbouwwijk waar begroeiing nog niet aanwezig is. Alleen aan de rand van de wijk, waar deze aan het agrarische gebied grenst, zijn rond de boerderijen heesters en bomen te vinden. De enige begroeiing die hier langs de sloot voorkomt, is Liesgras, een vrij lang maar slap gewas. ‘Hoe vangt hij die vis dan?’ vraag ik haar. Uit de beschrijving volgt dat de vogel komt aangevlogen en vervolgens op het nog wat kale talud gaat zitten. Dan kijkt deze naar het water en vliegt vervolgens naar een van de graspollen die aan de kant groeien. Dan gaat de vogel op de slappe stengels zitten, die doorbuigen onder zijn gewicht en probeert zo een visje te verschalken. Deze vissen zwemmen net onder het wateroppervlak.