New York wil weer Zeearenden. In juni 2002 lieten deskundigen vier jonge uit de staat Wisconsin afkomstige exemplaren los in het Inwood Hill Park van de stad. Voor die gebeurtenis brachten de Bald Eagles ter plekke eerst een etmaal door in een kooi ‘om ze te laten wennen aan de omgeving’, een wijze van benadering die simpel overkomt. Maar goed, misschien pakt New York voor Amerikaanse Zeearenden uit als een dorado. Per slot van rekening huisden tot midden negentiende eeuw ‘s winters in en rond Manhattan honderden Zeearenden en ze kwamen toen tot in Central Park, dat er 150 j aar geleden anders zal hebben uitgezien dan thans. In de hoofdstad Washington keerden de Amerikaanse Zeearenden terug in 1995. Dus New York moet ook! En ongetwijfeld speelt een rol de golf van patriottisme waarmee de stad kreeg te maken na de aanslagen van 11 september 2001. De Bald Eagle, de Amerikaanse Zeearend, is het embleem van de Verenigde Staten. Dus ook New York, of juist New York, moet zijn Bald Eagles, waarbij zich de indruk vestigt dat andere motieven dan het primaire belang van die vier Amerikaanse Zeearenden zwaar wegen. Maar kwamen bij alle deining en speculaties rond de entree als broedvogel van de Euraziatische Zeearend in Nederland het belang en het welzijn van de vogels altijd op de eerste plaats? Hierover twijfels! Ontegenzeggelijk kan men met een Zeearend voor de dag komen, een vogelsoort die prima past in de ‘groter en meer’ stemming van de jaren negentig en ook een soort die op maat aansluit bij de ‘maakbaar zijnde robuuste natuur’, waarnaar in dit land veel vraag is volgens het contactorgaan van een van de grote terreinbeherende organisaties. Daarom staat in beheersvisies over gebieden met aan te leggen nieuwe natuur per definitie de Zeearend opgevoerd als toekomstige broedvogel. Met nog meer spectaculaire soorten als Visarend, Oehoe, ja zelfs Kroeskoppelikaan las ik eens.