Van 17 november 1974 tot en met 1 maart 1975 bevond zich een ongeringde en schuwe Koereiger bij Lopik en Cabauw in Utrecht. Het geval is door de CDNA aanvaard. Op 22 februari zag ik de vogel aldaar. Deze was actief in een weiland aan het foerageren. Tussendoor maakte de vogel af en toe een opvallende en merkwaardige beweging, die bij mij en bij andere aanwezigen veel verbazing wekte. De vogel slingerde de hals heftig heen en weer, dwars op de looprichting. Kop en lichaam bleven daarbij op hun plaats. Een medewaamemer beschreef de beweging als ‘slungelachtig’. Hancock & Kushlan (1984) maken op pagina 147 melding van ‘Neck Swaying’ als onderdeel van het foerageergedrag. Ik heb dit gedrag nadien nooit meer bij Koereigers gezien, ook niet in het buitenland en ik kan ook niet zeggen hoe wijd verbreid het is. P. Bauwens, Kapelstraat 43, 3572 CJ Utrecht, (030) 273 36 28.